Hallo en welkom terug bij de Geschiedenis van de Romeinen. Aflevering 17: Gebaande Paden.


Voor ik begin lijkt het me goed de website van deze podcast nog eens te noemen. Dat is romeinenpodcast.blogspot.nl. Daar heb ik een aantal kaarten geplaatst waarop je de belangrijke plaatsen kunt vinden. Verder staan daar de mp3-bestanden en scripts van elke aflevering en vind je links naar de literatuur en de bronnen die ik gebruikt heb bij het schrijven van de afleveringen. Je kunt er ook eventuele vragen of opmerkingen over afleveringen kwijt. Tenslotte vind je een link naar een selectie collega-podcasts over de oudheid, waar je dan natuurlijk pas ná deze aflevering naar mag luisteren, maar waar je zeker naar moet luisteren.


Livius, de belangrijkste bron in deze periode van de Romeinse tijd, heeft de neiging nogal uitvoerig te zijn en vooral vandaag is de samenvatting beknopt. Als je de bronnen nog eens na wilt lezen, kun je links vinden naar sites met de antieke bronnen die ik tot nu toe gebruikt heb. Als je de podcast wilt steunen, dan kun je je bol.com-boodschappen die je toch al zou doen, zoals oudheidboeken, oudheidgames en oudheidfilms, bestellen via één van de linkjes op de site. Ik krijg dan een deel van de inkomsten voor alle dingen die je koopt zonder dat het je meer kost. Je kunt me ook helpen door een review te schrijven voor iTunes waarin je deze podcast een onredelijk goede beoordeling geeft. Ik stem dan op je voor de volgende consulverkiezingen.


Nu verder. Twee weken geleden zagen we dat de Romeinen zichzelf onsterfelijk belachelijk hadden gemaakt door met open ogen in de val van de Caudijnse passen te lopen. De vijf jaar zonder vijandigheden gaf hen de gelegenheid om hun ego van de grond terug op te bouwen. Verder was de Caudijnse vrede ook een gelegenheid voor de Samnieten om de Romeinse kolonies Cales en Fregellae in te nemen. In de senaat zaten een flinke groep mannen tandenknarsend toe te kijken. Livius meldt dat de Romeinen meteen na de de schande keihard terugsloegen en dat de Samnieten, inclusief Pontius zelf, ook onder het juk door mochten. Dit is hoogst twijfelachtig en ruikt naar propaganda.


Er volgden wel een aantal veldslagjes en de Romeinen maken melding van één triomf voor Papirius Cursor, maar verder blijft het betrekkelijk rustig aan het oorlogsfront. Dat de Romeinen geen triomf in petto hadden voor degene die Pontius onder het juk doorhaalde, zegt ook wel wat over de waarschijnlijkheid dat dit echt gebeurd is. In 316, vijf jaar na de vernedering, kregen de Romeinen wel weer een leger op de been en trokken ze op naar Saticula. De Romeinen winnen de veldslag, maar wederom was het geen eenvoudige opgave en het kostte de paardenmeester van dienst zelfs zijn leven.


Even later verloren de Romeinen nog een grote veldslag tegen de Samnieten bij Lautulae en begonnen geruchten binnen te komen dat er een samenzwering tegen de Romeinen gaande was onder de elite van Capua en andere steden. De Romeinen stuurden er een dictator op uit om te onderzoeken wat daar aan de hand was. Livius schrijft dat de samenzweerders zó onder de indruk waren van het aanzien en de macht van de dictator, dat ze zichzelf aangaven voor een executie. Vervolgens werd besloten dat iedereen zich moest verantwoorden voor verraad. De dictator en zijn paardenmeester deden dat als eerste en werden vrijgesproken.


De komende jaren vechten de Romeinen en Samnieten nog verschillende veldslagen uit en veelal trokken de Romeinen aan het langste eind. Volk na volk schaarde zich achter de Romeinen en rond 312 bleek Samnium omcirkeld door Romeinse bondgenoten. De verbeterde positie van de Romeinen gaf de gelegenheid om een tweetal grote infrastructuur-projecten te ondernemen. Of beter gezegd, daar hadden ze een mannetje voor. Appius Claudius, misschien wel de meest bizarre telg van de toch al controversiële Claudius-familie waar we ook de leider van de Decemvirs uit de aflevering over de wet van de Twaalf Tafelen van kennen, liet zijn gezicht voor het eerst zien.


In 312 werd Appius Claudius samen met een collega gekozen als censor, zijn eerste positie in de ambtengallerij van de Romeinse republiek en gelijk de allerhoogste. Het was in die tijd nog goed mogelijk dat iemand als censor zou aantreden zonder de lagere posities als quaestor en aedile te hebben bekleed. Later werd dit zeldzamer en was het voor een ambitieuze Romein toch vooral een kwestie van het beklimmen van de sociale ladder. Claudius mocht aantreden als censor en kreeg daarmee grote macht, zoals in een eerdere aflevering uitgelegd. Zijn collega was Caius Plautius.


Appius Claudius was duidelijk de grote drijvende kracht van de twee. Hij haalde alles uit zijn macht om te bepalen wie er tot de senatorenstand behoorde en wie burgerrecht had. Normaal gesproken was het gebruikelijk dat de censoren de lijsten van de vorige census min of meer handhaafden, maar Claudius brak hier radicaal mee. Hij veegde hem onwelgevallige families uit de senatorenstand en verving hen met zijn mensen. Hiermee had hij de senaat in zijn zak.


Omdat Plautius zich niet kon verenigen met wat Claudius aan het doen was, legde hij zijn positie neer. Het was in het geval van het overlijden of het opstappen van een censor de bedoeling dat de andere censor ook op zou stappen om plaats te maken voor twee nieuwe censoren. Claudius weigerde dit en was vanaf toen de enige censor. Hij was nog niet klaar, want hij besloot een familie te ontheffen van hun positie als bewakers van een cultus aan de god Hercules. De taken gingen naar slaven in staatsdienst. De familie was na een jaar uitgestorven, alle twaalf takken, meer dan dertig mannen. Als je geen cultus kunt leiden, ben je gedoemd. Hercules was het niet eens met de gang van zaken. Alleen nam hij er wel de tijd voor, want pas op latere leeftijd zorgde hij er volgens Livius voor dat Appius Claudius de bijnaam Caecus kreeg, de blinde.


Een censor werd aangesteld voor achttien maanden. Na deze periode – je raadt het al – besloot Claudius dat hij niet van plan was om op te stappen. Een volkstribuun probeerde hier met een rechtszaak wat aan te doen, maar Claudius was in staat de rechtszaak te blokkeren omdat hij de senaat in zijn zak had. De onderste rangen van de bevolking kreeg Claudius ook mee omdat zijn hervormingen van het electoraat veelal in hun voordeel uitpakten. Na zijn periode als censor was hij dan ook zo populair dat hij er meteen een jaar als consul achteraan kon plakken.


Gelukkig voor de Romeinen was het vijf jaar durende censorschap van Appius Claudius niet alleen een periode van het verpletteren van alle religieuze en staatsrechtelijke precedenten waar ze zo trots op waren, maar ook de tijd waarin de grenzen van het mogelijke werden verlegd. Appius Claudius was namelijk verantwoordelijk voor het bouwen van twee van de meest iconische infrastructuur-projecten uit de oudheid, die beide zijn naam dragen. Omdat hij zo bescheiden was. Als eerste aquaducten die de stad van schoon drinkwater moesten voorzien, liet hij de Aqua Appia bouwen.


Nog bekender is de Via Appia, de Appische weg. Tijdens de eerste Samnitische Oorlog was een overwinning gehaald, maar beweging van troepen en materieel naar Campanië was langzaam en onhandig. Er was een keuze tussen drie paden: door de bergen, waar Samnieten zaten, door het moeras, waar een moeras lag, en de lange weg langs de kust. Appius Claudius bouwde een rechte weg van Rome naar Capua. Via deze weg konden de Romeinen veel sneller verplaatsen wat ze wilden verplaatsen. Met de tijd werd de Via Appia verder doorgetrokken tot in Brundisium, het huidige Brindisi in de hak van de Laars van Italië en werd het een belangrijke verkeersader voor handel.


Nu konden de Romeinse legers sneller van R naar C komen. Omdat Claudius toch niks te maken had met wat mensen van hem vonden, besloot hij dat hij het zou regelen. Door deze actie werkte hij de overwinning van de Romeinen mee in de hand. Het was één van de keerpunten in de oorlog en misschien wel het moment waarop we kunnen zeggen dat de Romeinse beschaving boven de rest uit begon te steken. Rome bouwde niet alleen steden, maar ook de noodzakelijke infrastructuur eromheen. De bouw van dit soort projecten zou later in de Romeinse geschiedenis veel verder gaan.


De oorlog bleef nog jaren doorgaan en ik zal je alle individuele veldslagen besparen. Waarschijnlijk is dit de periode geweest waarin de Romeinen hun militaire hervormingen van twee afleveringen geleden effectief doorvoerden, want het tij leek te zijn gekeerd en de Romeinen wonnen veldslag na veldslag. Vanaf 312 begonnen ook de Etrusken zich nog aan Samnitische zijde met het conflict te bemoeien. Het is onduidelijk waarom. Wat wel opvalt is dat de Romeinen in staat waren om op twee fronten te vechten en dat ze op beide fronten de bovenliggende partij waren. Gebruikelijk in die periode werd dat één van de consuls naar Etrurië gestuurd zou worden om dat front te leiden terwijl de ander Samnium voor zijn rekening kreeg.


In 310 werd Quintus Fabius, de niet-luisterende Paardenmeester van vorige aflevering, naar Etrurië gestuurd als consul. De Etrusken hadden de stad Sutrium aangevallen en Fabius kwam het beleg opheffen. Hij slaagde daarin en bracht de Etrusken een grote nederlaag toe. Vervolgens nam hij het legerkamp van de Etrusken in en veroverde ook veel buit. De overlevenden van de vijand vluchtten het Ciminiawoud, de natuurlijke grens tussen Romeins en Etruskisch gebied, in. Fabius overwoog hen te volgen.


Van de senaat kreeg hij alleen te horen dat hij zijn leger niet het enge bos in mocht sturen. Vrijwel geen enkele Romein durfde het woud te betreden en de senaat vreesde bovendien een list zoals bij de Caudijnse passen. Fabius stuurde een aantal verkenners om te kijken of het echt zo vreselijk was. Toen deze terugkeerden, trok Fabius toch de bossen in en verdween een paar dagen.


In Samnium ging het prima tot de consul Gaius Marcius gewond raakte tijdens een veldslag waar niet echt een winnaar was. De Romeinen kregen min of meer tegelijkertijd twee berichten binnen over de consuls. Marcius was gewond geraakt en we weten niet hoe ernstig. De andere consul heeft net zijn leger het enge bos in geleid en het zit er dik in dat dat leger er nooit meer uit komt. De reactie van de gepaniekeerde senaat was om een dictator aan te stellen. De keuze viel op... Quintus Papirius Cursor. Een delegatie van eerbiedwaardige mannen mocht het nieuws aan Fabius vertellen.


Fabius was net net met een berg vredesverdragen uit het bos gekomen toen de heren aankwamen. Hij was bepaald niet blij met dit nieuws, maar hij stapte over zijn persoonlijke hekel aan Papirius heen en gaf zijn positie als legeraanvoerder aan de dictator. Onder leiding van Papirius Cursor volgde vervolgens een grote veldslag tegen de Etrusken vlakbij het Vadimomeer, een meer waar volgens de schrijver Plinius de Oude eilanden in dreven. Hierin werden letterlijk en figuurlijk de triarii ingezet en vielen aan beide kanten veel doden en gewonden. Uiteindelijk wonnen de Romeinen wel en gaven de Etrusken zich over.


Het leger trok vervolgens verder naar naar Samnium. Gaius Marcius was inmiddels volledig hersteld van die paar schaafwondjes die hij had opgelopen. In Samnium vonden geen grote veldslagen meer plaats. De Romeinen zorgen met hun legers dan gemeenschappen van elkaar werden afgesneden en dat de Samnieten moeite hielden met bevoorrading. Samnium heeft niet echt grote steden zoals Rome, de Grieken en de Etrusken en dus was er niet echt één plek waar de Romeinen konden toeslaan. Nu de Romeinen, mede door de Via Appia, de bevoorrading op orde hadden konden ze door bergpassen en andere strategische locaties in te nemen de Samnieten dwars zitten. Hierdoor verzwakte de militaire macht van Samnium en konden de Romeinen hen raken waar het het meest pijn deed. De Samnieten streden nog door, maar konden het niet langer dan nog een paar jaar bolwerken. In 304 gaven ze dan ook op nadat hun leider was gedood in een gevecht.


Na de tweede Samnitische Oorlog was Rome niet langer alleen een regionale macht, maar hadden de Romeinen de controle over een groot deel van het schiereiland. Ze stichtten tientallen nederzettingen op strategische plaatsen, waaronder eentje genaamd Narnia, waar je via een kast in het senaatsgebouw rechtstreeks naartoe kon. Ook stelden ze her en der garnizoenen in. Met belangrijke gemeenschappen werden verdragen gesloten. Sommige gemeenschappen kozen er zelfs voor geen Romeins burgerrecht aan te nemen omdat verdragen met de Romeinen waarin handelsrecht en zelfbestuur zaten de voorkeur hadden. Gemeenschappen die de Romeinen hadden gesteund in de strijd kregen als beloning voor hun loyaliteit privileges.


Al met al was Rome de spin in het web van gemeenschappen op het schiereiland. In het Noorden zaten Galliërs die nog weinig directe banden hadden met de Romeinen en in het Zuiden waren de Griekse steden van Magna Graeca nog zo onafhankelijk als ze al waren. Rome werd alleen wel een veroverende macht en daar stond niet iedereen om te springen. Over twee weken zien we hoe de Samnieten nog één keer proberen om met een grote alliantie de bijna niet meer te stuiten Romeinen toch nog tegen te houden. We kijken naar de Derde Samnitische Oorlog, maar dat is allang geen strijd meer tussen Rome en Samnium alleen.